Wanneer ik wakker word gemaakt na de operatie ben ik al op de verkoeverkamer. Hoewel ik wat in de war ben, want ik kan me niet herinneren dat (en of) ik eerder wakker ben gemaakt, merk ik dat ik best wel wat pijn heb vooral in m’n oksels.
De verpleegkundige geeft aan dat ze in verband met mijn slaapapneu niet teveel morfine mag geven, maar even zal kijken wat wel mogelijk is nog. Ik vraag of ik een spuugbakje mag en of ze me rechtop wil zetten. Want ik ben enorm misselijk.
“Wil je anders een ijsje?” Ik ben nog wat suf, dus de connectie van pijnstilling naar ijsje snap ik niet helemaal. Maar de suiker schijnt te helpen met ontwaken. Ik krijg een raketijsje, maar zeker gezien de suikers op een lege maag en m’n maagverkleining werkt die in eerste instantie vooral averechts. Maar na wat aandringen krijg ik hem toch op.
Terwijl ik probeer m’n hoofd wat meer helder te krijgen komt dr. Jaquet aangelopen en hij vraagt hoe het met me gaat. Ik geef aan dat m’n oksels zeer doen en hij laat me een foto zien die hij gemaakt heeft van mijn nieuwe arm net na de operatie. Hoewel ik de foto zie kan ik het niet zo goed registreren. De narcose heeft me teveel in z’n greep. “Mooi!” Zeg ik, zover ik dat kan beoordelen. En hij belooft de foto naar me te sturen.


