Als ik tweede kerstdag met een vriend na afloop van een lunch door de stad wandel zie ik een kaartenrek staan, gevuld met allemaal ‘Rotterdam’ kaarten. Ik wil zijn arm pakken en zeggen dat hij even moet wachten, zodat ik een mooie kaart voor m’n Opa uit kan zoeken. M’n hand blijft zweven in de lucht, want ineens komt het besef dat ik hem nooit meer een kaart zal kunnen sturen. Zijn nieuwe verblijfplaats heeft immers geen brievenbus. 

Als we aan het water op het terras onder een dekentje zitten en ik vertel wat hij niet heeft opgemerkt, ontroert hij me. “Als je maar weet dat je een geweldige kleindochter voor hem was“. Ik word een beetje warm van binnen en besef me dat ik stapjes maak, een paar weken eerder had me dit hoe dan ook tot huilen gebracht. Nu denk ik alleen maar aan hoe fijn ik het idee vind dat zij weer samen zijn. En ik die laatste heldere momenten met hem heb kunnen doorbrengen.

Dat ik mijn best heb gedaan, om hem de laatste eer te brengen tijdens de begrafenis. En nu, de dagen rondom Oma haar sterfdag, wens ik dat jullie samen mogen zijn, in die allerlaatste rustplaats ✨
“Ooit, zien we elkaar weer“.

