Ik krimp ineen als ik word overvallen door een helse pijn in m’n buik. Stekend, samentrekkend of staat hij op knappen? Ik ga naar het toilet om proberen te spugen, wie weet helpt het.. Maar dat lukt niet. Ik probeer te zitten, te liggen maar de pijn is zo intens dat ik niet weet waar ik het zoeken moet. Ik besluit de bariatrische spoedeisende hulp te bellen. Ze verbinden me door en ik mag godzijdank direct langs komen.
Terwijl ik m’n buurvrouw bel word ik overvallen door het feit dat ik moet spugen. Omdat ik sinds m’n maagverkleining alleen nog kan spugen als ik daar zelf veel moeite voor doe, overvalt me dat enorm. Er komt niet veel. Samen met J., de buurvrouw vertrek ik naar het ziekenhuis. Halverwege moet ik echt uitstappen. Zitten gaat gewoon niet meer. “Moet ik een ambulance bellen?” vraagt ze. M’n ziekenhuis is nog maar 5-10 minuten, maar ik weet gewoonweg niet hoe ik er komen moet. Ik kruip op de achterbank en liggend met de aanwijzigingen over m’n ademhaling van J. probeer ik de rit te doorstaan.
Ze zet me af bij de spoedeisende eerste hulp en gaat haar auto parkeren. Ik kruip nog net niet naar binnen als ik gehurkt bij de “in check balie” belandt. Het standaard riedeltje van gegevens moet doorgenomen worden. “Werkt de pijnstilling al?” Aan de telefoon was gezegd dat als ik zetpillen had dat ik die kon gebruiken. Maar ik had die niet in huis. Dus ik vertelde dat. “Ja, dat is niet handig hè. Die moet je altijd in huis hebben”.
De ergernis gaat door me heen. Maar de pijn behoedt dat ik haar een fikse reactie geef. In de wachtkamer ga ik op een bank liggen. Ik had een oude bh aan gedaan, maar het bandje drukt precies op de pijnlijke maag. En ik heb heet. Zo godvergeten heet. M’n trui en bh gaan uit. Ook al zit ik letterlijk midden in de wachtkamer, er is geen enkele gêne meer. De pijn en het ongemak overheerst. Ik leef alleen nog maar in een bubbel van helse pijn. J. is gearriveerd en vraagt aan de dame bij de “incheck” hoelang ik moet wachten. Vrij snel erna word ik al opgeroepen.
