Praten is lastig als je dat niet van huis uit hebt meegekregen. Toen ik mijn moeder onlangs vertelde over de afspraken die ik heb gemaakt, hebben we het ook gehad over praten. En dan met name het gebrek er aan.. In ons gezin was praten niet vanzelfsprekend. En dan heb ik het natuurlijk niet over koetjes en kalfjes. Hoe was je dag? Heb je huiswerk gekregen? Hoe was dansen? Heb je het leuk gehad bij je vriendin? Dit soort dingen deden we heus wel. Ik heb ook echt wel een goede band met mijn moeder en mijn zusje. Maar ik kan me niet herinneren dat ik voor mijn 30ste ooit tegen mijn moeder heb gezegd dat ik van haar houd. Of dat ik verdrietig was. Praten over gevoelens en emoties deden we namelijk niet.
En emoties waren er. Ik ben opgegroeid met een narcistische vader. In mijn allereerste herinneringen zijn er nog wel wat leuke momenten. Op dat moment waren mijn broertje en zusje nog niet geboren, mijn vader werkte “bij het springkussen” en ik mocht mee! Ik vond dat heel bijzonder, want ik kreeg bij alle kraampjes voorrang én ik mocht onbeperkt op het springkussen. Daarna zijn de herinneringen aan deze man niet zo positief meer. Alle leuke dingen waren vooral schone schijn. Waar hij een masker droeg buiten de deur en de leuke “papa” uit probeerde te hangen, was hij tegelijkertijd de reden dat er niet gepraat werd binnen ons gezin. Want daarvoor moet je aandacht kunnen hebben voor iemand anders dan jijzelf en in staat zijn om te luisteren. Voor hem was er altijd maar een optie; schreeuwen. Doorgaan met lezen “Praten, hoe doe je dat?”
