Mijn psychotherapie wisselt af. Waar we de ene sessie alleen praten, is de andere sessie er een met EMDR. Zo duren sommige sessies een uur, maar stond ik vandaag pas na een uur en drie kwartier weer buiten. Toch allemaal voor hetzelfde resultaat, dat ik weer een stukje over mezelf te weten kom en daarvan kan leren en waar ik mee aan de slag kan. Bij iedere EMDR sessie kiezen we een situatie die mij raakt, of irriteert of boos maakt. Vandaag koos ik een vrij recente. Een gesprek waarbij iemand een opmerking maakte naar aanleiding van een aanname over hoe ik zou reageren.
Ik weet dat ik een temperament heb. Is het niet deels mijn Hongaarse roots dan wellicht wel het feit dat ik opgegroeid ben met een narcistische vader. Ik heb al jong moeten leren op mijn strepen te staan en te vechten voor mijzelf. Daardoor heb ik een bepaalde stijl in gedrag ontwikkeld, mijn zogeheten blauwdruk, die vaak hard en direct over kan komen. Dat in combinatie met mijn temperament maakt dat mensen soms de aanname doen dat ik boos ben of mij opwind, terwijl dat niet altijd het geval is. En in een deel van die gevallen blijf ik er dan (te lang) mee lopen.
Ik bespreek de situatie met Drs. O. en zij vraagt “wat had je zelf anders kunnen of willen doen?”. Dit is een vraag die zij bij iedere situatie stelt, alleen deze keer heb ik er niet zo’n goed antwoord op. Ik vond het gewoon een rotopmerking en daar heb ik ook op gereageerd. Terwijl ik dat uitspreek besef ik mij wat voor een lastig vak mijn psychotherapeut heeft. Ik weet het niet, maar zij moet het wel weten? Tijd voor EMDR. Tijdens EMDR gaan we de situatie ontleden tot duidelijk is waarom ik er mee blijf lopen. Ik word voorzien van een de koptelefoon en trilmechanismes. En mag naar het lichtje kijken dat maar heen en weer blijft gaan.
Op zo’n moment, in combinatie met de vragen die me gesteld worden, ontdek ik meer van zo’n gesprek. Waarom is het gesprek gegaan zoals het ging. Waar ik het zelf snel af doe als irritatie, is het dat dus niet. Als het slechts irritatie is dan zou het me niet zo raken. En aangezien ik er mee blijf lopen, heeft het mij op een bepaalde manier toch geraakt. Maar wat heeft mij dan geraakt en waarom? De wat werd langzaamaan duidelijk.. En heeft te maken met hoe ik dingen zie. Als ik ergens hard aan werk en iemand daarmee vertrouw, om het op een onbenullig moment terug in mijn gezicht gegooid te krijgen dan voelt dat heel naar. Maar in plaats van wat met dat nare gevoel te doen, reageer ik op dezelfde manier terug.

Op de zogeheten “jakhalzen” manier. Waarmee je bij een ander, die mogelijk al in zijn of haar “jakhals” zit dit nog meer triggert. Wat Jakhalzen en Giraffen met elkaar doen? Dat ga ik lezen in een boek over ‘geweldloos communiceren’ die met dank aan Drs. O. weer op mijn boekenlijst is toegevoegd. Wil je daar ook mee over weten? Het boek heet de giraf en de jakhals in ons.

