Ik wil er enerzijds over schrijven, aan de andere kant ook weer niet. Ik struggle met m’n hoofd, maar ook met m’n hart. Waar moet ik beginnen? Na de begrafenis afgelopen woensdag gaf m’n lichaam er de brui aan. Ik werd ziek. Woensdag op donderdagnacht zette de buikkrampen waar ik de hele week al een beetje last van had door. Heerlijk even bijkomen op zo’n toilet en dat keer 100. En dan een intense hoofdpijn waar ik heel naar van werd. Zelfs de hond uitlaten was een immense uitdaging. De rest van de week, inclusief de babyshower van één van m’n liefste vriendinnen, ging aan me voorbij.. Het ging gewoon niet. Maar aangezien het leven doorgaat en de verantwoordelijkheden die daar bij horen ook besloot ik toch maar naar kantoor te gaan. M’n maag kan nog steeds niet alles verdragen, maar het gaat al iets beter. En met de wetenschap dat ik zo weer thuis kan zijn en de deadlines die me te wachten staan ga ik aan de slag met mijn “favoriete” bezigheid: rapportages maken en opleveren.
Eenmaal thuis wilde ik het allerliefst op de bank ploffen en er niet meer vanaf komen. God wat was ik moe, de zin is echt vér te zoeken. Ook niet in de bokstraining die me te wachten stond. En dat is wel vaker, want ja maandag. Dus daar begint de alom bekende struggle: Ik ga niet/ik ga wel/ik ga niet/ik ga wel. Maar dan komt de discipline om de hoek zetten. Juist nu is het belangrijk om te gaan, weer even alles alles van je af zetten en lekker los gaan. Ik heb immers een doel en die ga ik niet behalen door trainingen zomaar over te slaan. Dus na het eten knapte ik wat op en sjokte ik naar de training. Want hoewel het lastig is om te gaan, krijg je zelden spijt van wél te zijn geweest naar een training. Toch?
Helaas ging het niet zoals gehoopt. We gingen van start en met de eerste warming-up oefeningen merkte ik al dat het allemaal moeizaam verliep. Niet eens zozeer dat ik geen zin had, want dat verstrijkt altijd wel als ik een paar minuten bezig ben en de dingen van me af kan zetten, maar m’n lichaam wilde deze keer gewoon echt niet. 15 sit-ups? Ik kon amper verder omhoog komen dan een crunch, laat staan er 15 (en de rest) doen. Ook naarmate de les verstreek verdween dat gevoel, of misschien moet ik zeggen gebrek eraan niet. Oefeningen lukte of maar half, of in minder grote aantallen. Tijdens een oefening waar je een rij van bokszakken van de ene kant van de sportzaal naar de andere kant moet trappen word ik aangemoedigd door een boksmaatje “trap het er allemaal uit, je kan het!“. Eruit trappen.. Dat is het. Er is niks uit te trappen, ik ben niet gefrustreerd of kwaad. Ik zit niet vol met wat dan ook, het enige wat er is is een gevoel van leegte.
Na de training vraagt m’n trainer of het een beetje gaat. Ik slik wat opkomende emotie weg en besluit open kaart te spelen. Want het gaat niet en ik weet gewoon niet wat ik er aan moet doen. En waar sporten me het afgelopen jaar juist meer kracht gaf, zoog het me nu vooral nog meer leeg. “Maar je was er wel en dat telt ook!”. Als ik afscheid neem en richting huis ga besef ik mij ook dat hij gelijk heeft en ik misschien een beetje liever voor mezelf moet zijn. Dat de rouw en het verdriet dat daarbij komt kijken veel van me vergt en dat het oke is om eventjes niet oke te zijn.

En als ik richting huis loop geef ik toe aan het donker om me heen en laat ik mijn tranen de vrije loop..

