“Ik zou gewoon morgen bellen als ik jou was” zegt mijn vriendin C. als ik tegen haar klaag dat ik nog niks gehoord heb van het ziekenhuis. Een order in het systeem krijgen en een afspraak maken voor de intake. Hoeveel tijd zou het moeten kosten?
Dus bel ik het ziekenhuis en leg ik zo geduldig mogelijk uit waar ik voor bel. Ze geeft aan dat er zomerperiode is en dat het daarom misschien langer duren kan en vraagt om mijn persoonlijke gegevens zodat ze het kan nakijken. “oh nou de order staat sinds 21 juli in het systeem”, dus dat is op de dag dat ik belde al gelijk geregeld. “Maar wellicht door de zomerperiode is er nog geen contact met u gelegd.” Weer dat woord, zomerperiode. Ik begrijp he dat mensen vakantie hebben, vakantie moeten hebben. Maar om dat bij iedere regel als excuus te gebruiken begin ik met de minuut vervelender te vinden. “Maar nu er een order is zou ik natuurlijk gelijk een intake afspraak voor u kunnen plannen met J.B.”
Ik ben blij, het doel van mijn telefoontje lijkt te lukken. Totdat de vrouw aan de telefoon tot de constatering komt dat hij vanaf de 2e week van augustus vakantie heeft en zijn agenda compleet gevuld is tot die tijd en de eerste afspraak-mogelijkheid pas is op maandag 29 augustus.

